Hoe heeft Arjan Muijt zich ontwikkeld? Vervolg op interview “Een fles frisdrank lacht niet naar je”.
Arjan Muijt heeft een mooie, voor de buitenwereld veelbelovende baan bij Coca-Cola. Toch gaat hij zich er een vreemde voelen. Hij wil meer zingeving in zijn werk en stapt over naar Adullam. Een enorme stap, om van een seculiere organisatie naar een identiteitsgebonden instelling te gaan.
Nu, ruim twee jaar later, heeft Arjan zijn diploma Begeleider Gehandicaptenzorg niveau 4 aan het Hoornbeeck College behaald en is hij gediplomeerd teamleider geworden. Heeft hij de zingeving nu in zijn werk gevonden? “Absoluut,” zegt hij direct. “Vanuit onze zorgvisie ASBM kijken wij naar de behoeften van een cliënt. Elke cliënt heeft hetzelfde nodig: een nieuw hart. Dat vind ik het meest wezenlijke onderdeel van mijn werk. Het is verweven in alle aspecten van onze zorg en begeleiding. Je probeert de noden van de cliënten op te dragen in het gebed. Er voor hen te zijn als ze vragen hebben na de preek. Een dagboekgedeelte bespreken, het komt de hele dag door terug. Ik voel dat als mijn belangrijkste taak.”
“Als teamleider voel ik ook de verantwoordelijkheid voor mijn medewerkers. Onze medewerkers hebben ook een ziel voor de eeuwigheid. En dat moeten we niet vergeten.”
“Ik zocht meer zingeving in mijn werk. Dat vond ik eerst bij cliënten. Nu vind ik die zingeving ook tijdens de waardevolle momenten die ik met de collega’s heb. Voor mij is het compleet zo.”
“Ik heb tijdens de opleiding ontzettend veel geleerd. Ik heb geleerd om cliënten te begeleiden. Hen te zien als volwaardige schepselen van de HEERE, en hen het dagelijks leven te laten ervaren met de hun gegeven talenten en verantwoordelijkheden. Wij bieden hen daarbij de passende zorg en begeleiding, met als uitgangspunt Gods Woord. Ik ben ervan overtuigd dat mensen hierdoor opbloeien. En de voorbeelden zijn er.” “Ik denk aan de cliënt die dagelijks afgezonderd en met één-op-één begeleiding werk deed. Dat was niet het gewone leven. Zij is nu zo ver dat ze het aan kan om twee dagen op de bakkerij te werken en twee dagen extern: bij een koekjesgroothandel.”
“Als je kijkt vanuit het idee van ‘de ander is altijd OK’, dan verandert dat ook je manier van begeleiden en samenwerken met collega’s. Er kan een incident zijn. Maar als je het uitpraat vanuit het idee dat je de ander accepteert hoe hij is, dan geeft dat een veel veiliger omgeving voor zowel de cliënt als de medewerker.” Hij heeft ook veel geleerd op het persoonlijke vlak, zegt Arjan. “De zakenwereld was hard. Ik had targets, die moest ik halen. In zorgland gaat het er anders aan toe. Ik heb mijn directheid af moeten leren. Wanneer ik mijn team nu mee wil krijgen in een beslissing of een verandering, dan benader ik het anders en empathischer. Dan kijk ik naar wat de ander nodig heeft om mij te volgen. Ik heb geleerd om de verbinding te zoeken. En om soms dingen anders te communiceren.” “En wat ik geleerd heb in de praktijk is veelzijdig. Naast het begeleiden van cliënten heb ik geleerd om mensen te ontwikkelen. Om een team te bouwen.”
“Toen ik het team overnam, bestond het voor 40% aan FTE (voltijd medewerkers) in vaste dienst en de rest waren uitzendkrachten en/of stagiaires. Nu heb ik twaalf vaste medewerkers en één FTE als uitzendkracht en een veel stabieler team. Dat kost tijd en energie. Toen ik net gestart was en de uitzendkrachten meer en meer plaats maakten voor nieuwe, vaste medewerkers, werden de begeleiders die al langer in dienst waren, ineens aangezien als experts op het gebied van onze zorgvisie, het ASBM-model. Ze moesten een andere rol aannemen. Het was een heel proces om te begeleiden maar nu mag ik voorzichtig zeggen dat we goed op weg zijn om een stabiel team te worden. En dat is essentieel voor de cliënten.” “Het is onze taak om de cliënten zorg te bieden in lijn met de doopbelofte die hun ouders hebben afgelegd. Hen te onderwijzen naar hun vermogen, dus naar hun denkvermogen en hun emotionele vermogen. Zo ondervonden we, dat het preek bespreken na de kerk lastig was met de cliënten. Ze hebben een kortere spanningsboog, en om dan direct uit de kerk weer een programmaonderdeel te moeten volgen, dat was te veel gevraagd van hen. Ze moesten ontladen. Vanuit ASBM kijken we naar de oorzaken van hun gedrag in plaats van te corrigeren. Dat ze eerst moesten ontladen had alles te maken met hun spanningsboog. Nu vullen we het anders in. Na de kerk geven we hun tijd om hun spanningsboog even te verlagen. Op zondagmiddag lezen we een boek van ds. De Kok over de Heidelbergse Catechismus van die week. Dan kunnen we van te voren al dingen uitleggen en bespreken en pakken ze het beter op. Dat moment is beter. Hoe stabieler je team is, des te beter je kunt inspelen op de behoeftes van de cliënten.”
“De switch van een baan, in combinatie met je gezin en een opleiding, het is te doen. Maar je moet wel aan twee voorwaarden voldoen. Je moet gestructureerd zijn en afspraken met jezelf maken en nakomen want je hebt op veel vlakken verantwoordelijkheid. En je moet een stabiele thuisbasis hebben. Het is ook belangrijk dat je leuke dingen blijft doen anders zuigt het drukke leven je leeg. Wanneer ik een dag thuis was, dan ging ik niet de hele dag aan mijn schoolwerk want op enig moment verslapt je aandacht toch. Dan ging ik halverwege de dag lekker fietsen en koken.”
Begeleider
Coördinator Praktijkopleiden
