“Nog nooit had iemand op het werk mij dát durven vragen”
Wiljan Klompemaker
Begeleider
Het is kwart voor negen. Kinderdagcentrum De Klimboom in Barneveld vult zich langzaam met kinderen. De één zoekt stilletjes zijn eigen plekje om te landen. De ander rent enthousiast op de begeleider af, geeft een dikke knuffel en vraagt: ‘Hoe gaat het?’
Thirza Pieters, meewerkend teamleider, ontvangt de kinderen met haar collega’s. “Ieder kind is anders,” vertelt ze. “Eén jongetje zit vaak in zijn eigen wereld en moet eerst rustig landen. Andere kinderen vinden zo’n leeg moment juist lastig en hebben het nodig dat je gelijk een activiteit aanbiedt. Als begeleider leer je de kinderen kennen en weet je waar zij behoefte aan hebben.”
Zo begint de dag op De Klimboom, waar kinderen van twee tot achttien jaar kunnen leren en ontwikkelen. “Zodra alle kinderen er zijn, gaan we in de kring zitten,” vertelt Thirza. “We nemen het programma stap voor stap door, met behulp van picto’s (pictogrammen van activiteiten) en verwijzers. Bijvoorbeeld een peer, die laat zien dat we fruit gaan eten.”
Bijbels Onderwijs
Elke dag klinkt er ook een Bijbelverhaal, vertelt vanuit Door Woord en Geest, de eigen methode voor Bijbels Onderwijs. “Omdat de kinderen veel herhaling nodig hebben, vertellen we de hele week hetzelfde verhaal,” legt Thirza uit.
Of ze het dan onthouden? Thirza knikt instemmend. “Deze week was het verhaal van Abraham en Izak aan de beurt. Toen ik vroeg: ‘Abraham en…?’ riep een meisje enthousiast: ‘Sara!’ – dat had ze thuis geleerd. Dat is natuurlijk goed, maar deze keer ging het over Izak. Aan het einde van de week wisten ze het: Abraham en Izak.”
Zingen
“We sluiten de dagopening af met liederen en psalmen die de kinderen kennen. Daarnaast leren we elke maand één nieuwe psalm. Die zingen we elke dag, met gebaren ter ondersteuning. Dat helpt hen om de woorden beter te begrijpen.”
“Soms vraag je je weleens af: komt het wel binnen? Maar laatst was ik een kindje aan het verschonen en ineens begon ze psalmen te zingen. Heel zachtjes, maar ik hoorde het wel. Dat zijn mooie momentjes. Dan weet je: we hebben zo hard geoefend en ze onthoudt het.” Thirza glimlacht. “Een van de kinderen zingt nu nog steeds kerstliederen. Dan weet je echt dat het blijft hangen.”
Eetbaar snoezelen
Tussen het eten en de wc-momentjes door, werken we met de kinderen aan allerlei activiteiten. Wat we doen, hangt af van hun ontwikkeling. “Sommige kinderen bereiden we voor op de doorstroom naar school, ” vertelt Thirza. “Zij werken aan doelen als een puzzel leggen, traplopen, tussen de lijntjes kleuren en over een lijn knippen. Andere kinderen gaan na hun achttiende verjaardag bijvoorbeeld naar een werkcentrum van Adullam, zoals Veldheim. De activiteiten voor deze kinderen zijn gericht op het gewone leven ervaren en daarin ontwikkelen. Koffiezetten, was opvouwen, afwassen. Het is heel ervaringsgericht. Bij het afwassen voelen de kinderen het warme water tussen hun vingers. Soms spetteren ze wat of lachen om het schuim. Als we samen bakken, mogen ook kinderen met een ernstig meervoudige beperking proeven of ruiken. Zo ervaren zij geur en smaak en proberen wij de zintuigen te prikkelen.”
Een bijzondere activiteit is eetbaar snoezelen, waarbij eten en speelgoed door elkaar ligt in een grote bak. De kinderen voelen en ontdekken. En terwijl ze dat doen, stoppen ze af en toe iets in hun mond, ook een meisje die moeite heeft gehad met eten. “Dat lijkt maar een klein stapje, maar voor ons is dat echt een overwinning,” vertelt Thirza. “Het geeft de kinderen een positieve ervaring met eten.”
Waardevol werk
Deze kleine stapjes maken het werk zo waardevol voor Thirza. “Je wilt iets betekenen voor de kinderen. En ja, het cliché is waar,” lacht ze. “Je wilt kinderen graag een leuke dag bezorgen.”
“Het geeft ook veel voldoening om bij te dragen aan de ontwikkeling van de kinderen. Eén van de jongens zit in een rolstoel. Als we eerder met de kinderen aan tafel gingen zitten, zat hij altijd iets lager. Inmiddels kan hij nu op een gewone stoel aan tafel zitten, op dezelfde hoogte als de andere kinderen. Hij leert nu ook steeds beter lopen, dat vind ik echt super!”
“Maar ook voor ouders probeer je iets te doen. Daarom maken we altijd een praatje met hen als ze de kinderen komen brengen, proberen we een luisterend oor te bieden en te vragen hoe het gaat, delen we foto’s van de kinderen en werken we eraan om goed contact te houden.”
Als meewerkend teamleider staat Thirza op alle groepen, maar heeft ze ook kantoordagen. “Toch probeer ik veel op locatie te werken en dan regelmatig even langs de groepen te gaan, het is toch belangrijk om een band met de kinderen op te bouwen. Dan hoor ik weleens ‘Thirza’ en dan zwaait één van de kinderen naar me. Dat vind ik mooi.”
Identiteit heeft meerwaarde
De identiteit van Adullam geeft haar werk extra meerwaarde. Thirza: “Je hebt de ruimte om kinderen echt iets mee te geven. Tijdens de dagopening, maar bijvoorbeeld ook tijdens een rondje wandelen: ‘Kijk eens wat een mooie bloem. Weet jij Wie die heeft gemaakt?’ Zo probeer je het overal terug te laten komen.”
Ook onder collega’s is er ruimte voor gesprek. Thirza: “Ik vind het waardevol om samen na te denken over de Bijbel en hoe we het Woord aan de kinderen doorgeven. Je weet dat je het zelf niet in hun hart kunt werken, maar je wilt het wel zo goed mogelijk overbrengen. We hebben het eeuwigheidsperspectief voor ogen, van kinderen én van elkaar. Het is fijn dat je elkaar hierop kunt wijzen.”