“Het is niet alleen mooi om iets voor een ander te kunnen betekenen, maar voor jezelf is het ook een verrijking”
Jan en Henk
Vrijwilliger
“Wat ik zo mooi aan Adullam vind is, dat er voor veel mensen plek is. Vanuit Adullams zorgvisie wordt gekeken naar hoe cliënten én medewerkers tot bloei kunnen komen. Zelf ben ik meer een begeleider dan een zorger. Ik werk dan ook al zestien jaar binnen de intensieve begeleiding. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ja, na al die tijd nog,” lacht Lizette van Dalen, begeleider op Adullamlocatie Maasheim.
Ooit begon ze met stage op aanraden van een vriendin. Het “moet je ook doen, het is echt leuk, joh!” was de aanzet tot Lizettes leerplek en haar enthousiasme voor het werken met mensen met een beperking. Lizette: “Het beviel me heel goed. Daarnaast viel de gedrevenheid van de medewerkers me op. Ik ervaarde een warme sfeer waarin ik me snel thuis voelde.”
Lizette werkt nu op de woon-/werkgroep De Meerkade/De Windmolen. Wonen en werken vinden hier onder één dak plaats. De drie begeleiders die de dag opstarten gaan ook aan de slag met de zeven bewoners. De ene dag is het glas ophalen in de wijk, de andere dag brengen ze pakketjes weg voor boekhandel Tolle Lege, andere dagen halen ze appels op en verpakken ze aardappels, er is altijd genoeg te doen. We voeren het gesprek na een slaapdienst als Lizette zich even rustig kan terugtrekken in haar kantoortje. “Want ik kan beter geen geconcentreerd gesprek voeren als ik ook bij de bewoners op de groep ben,” glimlacht ze als introductie op wat haar werk inhoudt: “Ik ben hen continue aan het screenen. Elke minuut weer is het, bij elke cliënt, kijken naar wat ze aankunnen. Daar vul ik op aan. Hebben ze een hoge ondersteuningsbehoefte? Dan geef ik richting. Is hun ondersteuningsbehoefte gemiddeld? Dan nodig ik uit en doen we het samen. Hebben ze mij nauwelijks nodig? Dan geef ik ruimte en stuur ik verbaal aan. Dit vloeit voort uit het werken vanuit de ASBM-zorgvisie (Adullam Schutse Begeleidings Model). Het geeft mijn werk professionele meerwaarde.”
Lizette: “Het inspelen op behoeftes begint al in de ochtend met: lukt het ze om zichzelf (deels) te scheren? Altijd kijken we bij deze doelgroep naar de hoeveelheid spanning die ze ervaren. Is er veel spanning en gaan we glas ophalen in de wijk? Dan volgen we wel het programma maar we beperken de activiteit. Op zo’n moment is het voldoende als de cliënt alleen meeloopt. Verpakken we aardappels? Bewust zetten we er niet bij dat ze vijf zakken moeten doen. Het gaat erom dat ze aardappels verpakken. En als het na één zak ophoudt, prima. Dat maakt het werken met deze mensen mooi. Daarom is mijn werk elke dag uitdagend, ondanks dat elke dag tot in detail is beschreven in een dagprogramma,” vertelt ze. “Ondanks hun intensieve begeleidingsbehoefte en hun prikkelgevoeligheid, proberen we met onze bewoners ook naar de kerk te gaan, zoals in het gewone leven. Hierbij leggen we de lat heel laag. We gaan naar de kerk. Gaat het niet? Dan gaan we eerder weg. Maar dan zijn ze toch naar de kerk geweest. ”
De kracht van de begeleiding zit ‘m volgens Lizette in het bouwen aan een veilige relatie met de cliënt. Vanuit die veiligheid kun je samen dingen ondernemen, in samenspraak met de familie. Lizette: “Cliënten groeien hierdoor. Bij een bewoner moest bloed afgenomen worden. Voorheen moest dat onder dwang, dat is natuurlijk enorm vervelend. Nu zijn we zover dat ze zoveel vertrouwen in ons heeft, dat we samen op de bank gaan zitten. Zelf wijst ze aan welke arm het mag zijn, want ze kan niet praten. En als het klaar is, dan moet iedereen horen dat er bloed is geprikt. Zo trots is ze erop dat dit gelukt is. Dat zijn mooie momenten.” “Hilarische momenten zijn er ook, hoor. Typisch voor deze doelgroep is, dat hun taalgebruik verder ontwikkeld is dan hun taalbegrip. Na een vakantie riep een bewoner vanuit de grond van zijn hart dat hij me als kiespijn had gemist. Hij bedoelde het tegenovergestelde. Dat vind ik leuk.”
Bouwen aan een relatie is Lizette op het lijf geschreven. Lizette: “Hoe mooi is het, om dan vooruitgang te zien. Cliënten die weer op de groep kunnen zijn in plaats van in een eigen ruimte. Dat geeft mij energie. Daar is tijd voor nodig, die tijd is er bij ons. Ik zie zoveel gedrevenheid binnen Adullam, verbinding tussen begeleiders en cliënten. Ik heb een jaar als oproepkracht in een andere instelling gewerkt, maar daar was het rennen en vliegen en er was amper tijd om je te verdiepen in wat de cliënt nodig had.”
“Daarom vind ik identiteitsgebonden zorg zo belangrijk. Onze cliënten komen uit een identiteitsgebonden nestje. Hoeveel veiligheid geeft het, als zij worden verzorgd in een instelling met dezelfde leefsfeer als thuis? Waar dezelfde normen en waarden gelden. Waar uit Gods Woord wordt gelezen, wordt gebeden, waar ruimte is om noden op te dragen in het gebed?”
“Onze gedeelde identiteit is voelbaar bij Adullam. We mogen de cliënten erop wijzen dat de Heere ons een Schuilplaats wil zijn. Dat is ons houvast. Dat is een groot goed.”
“Vanuit die identiteit steunen we op een trouwe achterban. Zij maken activiteiten mogelijk die anders niet te realiseren zouden zijn. De zondagse kerkgang bijvoorbeeld zouden we op bepaalde groepen zonder de inzet van vrijwilligers niet kunnen ondernemen.”