“Schoolbanken zijn niks voor mij. Ik leer bij Adullam”

  • Gerlinde Morks
  • Medewerkers

“Nee, ik ben geen schoolbanktype. Maar ik wil wel graag leren. Bij Adullam kan dat,” vertelt Gerlinde Morks, derdejaarsstudent Gildeleren ⃰ en begeleider op de woongroep Dijkkade, Maasheim in Puttershoek.

Pay off in tekst ballon goed dat je er bent

“Het werkt bij mij het beste om wat ik leer meteen in de praktijk toe te passen. Van de praktijk leer ik ook weer dus dat gaat dubbelop. Elke dinsdag heb ik een schooldag, dan komen docenten van het Hoornbeeck College naar Adullam in Uddel om ons, twintig studenten, les te geven.” “Ik ben maar heel eerlijk,” zegt ze aan het begin van het gesprek, “ik dacht echt dat ik niet binnen Adullam zou passen. Maar mijn zus werkt hier en van haar hoorde ik positieve dingen, toen heb ik toch gesolliciteerd. Ik ben aangenomen en aan het werk gegaan. Ik heb mijn oordeel echt bij moeten stellen.”

“Ik werk hier met veel plezier. De zorg bij Adullam staat heel hoog aangeschreven, ik zie zelf dat dat beeld klopt. Voor medewerkers is alles goed geregeld en je kunt hier leren en doorgroeien. De docenten van het Gildeleren zijn erg betrokken op ieders leerproces.” “Soms vergelijk ik onze organisatie met de verhalen die ik van anderen hoor die in andere zorginstellingen werken. Dan denk ik: Zo, dat is bij ons echt goed geregeld. Adullam is een professionele organisatie en je kunt hier veel leren. Ik vind het fijn bij Adullam.”

Potig

“Als begeleider ben ik echt van waarde voor mijn cliënten. Ze hebben je nodig. Op mijn groep ligt het zwaartepunt van mijn werk meer op begeleiding dan op zorg. Ik heb een pittige baan. Mijn cliënten zijn mondig, je moet stevig in je schoenen staan en altijd je antwoord klaar hebben. “Koffie!” brulde een keer iemand naar me die koffie wilde. Dan zeg ik: ‘Het is hier geen hotel, hoor. Ja, je mag koffie maar wil je het zelf gaan halen?’ ‘Maar jij wordt hier toch voor betaald?’ kreeg ik terug. Dan sta je wel perplex, ja. Maar als je het met een geintje oplost en toch je punt maakt, dan weten ze wat ze aan je hebben.”

Woord houden

“Je moet een relatie opbouwen en je cliënten leren kennen. En zij jou. In het begin is het aftasten. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt is zo belangrijk. Als je je daar aan houdt, dan kunnen ze van je op aan en dan ontstaat er een relatie. Dat kost tijd, maar ik kan merken dat ik nu wel vanuit die relatie kan werken met hen. Dan kun je veel betekenen. En als er dan moeilijke situaties zijn die je met een cliënt doormaakt, bijvoorbeeld als ze agressief gedrag laten zien, en je laat zien dat je daar niet voor weg loopt, dan groei je samen. De cliënt en jij.”

Er zijn

“Nabijheid is essentieel in ons vak. Ook als het gaat om het begeleiden van bewoners als ze eeuwigheidsvragen hebben. Pas barstte een cliënt in tranen uit en zei: ‘Ik moet bekeerd worden en ik ben het niet.’ Ik sloeg een arm om haar heen en vertelde haar, dat we moeten doen wat we kunnen doen. De verantwoordelijkheid om met en voor de cliënten het enige nodige te zoeken, dat voel ik wel, ja. Ouders verwachten dat ook van je. Maar dan voel ik mezelf hopeloos tekort schieten. En wat ik ook lastig blijf vinden is, wat komt er bij hen binnen? Ik kan gelukkig altijd bij de collega’s terecht als ik ergens over wil praten.”

Werk vanuit eeuwigheidsperspectief

Had ze aanvankelijk geen sterke voorkeur voor een identiteitsgebonden instelling, nu kan Gerlinde er de waarde van inzien. “Eerst dacht ik, doe mij maar gewoon een algemene, neutrale instelling. Nu ondervind ik hoe fijn het is om te werken in een omgeving waar identiteit een plaats heeft. En waar de normen en waarden hetzelfde zijn. Anders zou je in lastige dilemma’s kunnen komen.”

Positieve blik

Wat Gerlinde belangrijk vindt aan het werken met mensen met een beperking is, dat je hen blijft zien in hun mogelijkheden. “Soms hebben mijn cliënten zelf moeite om te zien wat zij kunnen. Dat kan een worsteling zijn. ‘Ik kan het niet,’ zuchten ze dan. Hoe mooi is het dan om vertrouwen uit te stralen en hen te motiveren om iets toch te proberen. Als het dan toch lukt, wat een succeservaring is dat dan,” vertelt Gerlinde.

Succeservaring

Onlangs maakte ze nog een mooie positieve ervaring mee met een cliënt. Gerlinde: “Een cliënt had lange tijd zulk moeilijk verstaanbaar gedrag, dat ze elk contact met anderen uit de weg ging. Wij probeerden haar met kleine stapjes toch te betrekken bij de groep. Maar dat vond ze ontzettend eng. Toch lukte het om haar steeds meer te laten deelnemen aan activiteiten. Het was een lange weg, maar ze ging wel vooruit. Zelfs iets wat voor ons normaal is, zoals tafel afruimen, vond ze spannend. ‘Dat kan ik niet,’ zei ze dan. Bang als ze was dat iemand naar haar zou kijken. Haar gek zou vinden. ‘Kom op, je kunt het echt,’ zei ik. ‘Geef mij jouw hand en ik houd jouw hand vast. Dan doen we het samen. Zie je nou dat het helemaal niet zo spannend is als jij denkt?’ Nu ruimt ze de tafel af. Zo doet ze toch mee aan de normale dagelijkse routine.”

Werken hoort bij het leven

“Werken hoort bij het gewone leven. Als je kunt werken, dan ga je werken. Een aantal cliënten blijft op Maasheim, zij werken op de Loods. Anderen gaan elders aan de slag. Dan gaan wij mee. Onze bewoners groeien hierdoor in hun zelfstandigheid en zelfvertrouwen.” “Sinds vorig jaar gaan we naar koekjesgroothandel De Hoge Werf in Strijen. De deelnemers doen er verpakkingswerk en stickerwerk. Eerst deden wij dat werk nog vaak aan hen voor. Nu, een jaar later, zijn de deelnemers zo ver dat ze zelfstandig aan de gang gaan.”

“Daarnaast kunnen ze nu met drie anderen tegelijk te werken. Terwijl we startten in groepjes van twee. Zelfs een cliënt, die eerst alleen maar afgezonderd op een kamer zat op Maasheim, kan het aan om hier te gaan werken. Dat gaat zelfs beter dan werken op Maasheim zelf. Zo vinden we voor elke cliënt passende dagactiviteiten. Met de handen op de rug, zeggen wij altijd.”
Met de handen op de rug? “Ja, je bent snel geneigd om alles te doen voor mensen met een beperking. Herken je dat niet? Gaan ze douchen, dan wil je alles pakken en aangeven. Maar ze kunnen het zelf dus dan moet je hen het zelf laten doen. Dat is beter voor hun eigenwaarde. En zo leiden ze een zo alledaags mogelijk leven. Dat is goed voor hen.”

Like dit verhaal