Werk waar, wanneer en hoe lang je maar wilt! Het kan bij Adullam
Elsbeth Bouw
Teamleider
“Wat gaan we nu toch beleven,” denkt begeleider Errie Hazeleger als hij om 7 uur ’s ochtends voor het eerst kennis maakt met zijn nieuwe woongroep bij Adullam. ‘Pow pow pow!’ klinkt het onder een dekbed vandaan. Zo’n welkom had hij niet verwacht. Maar Errie laat zich niet van zijn stuk brengen.
Dat hij zijn werk op een woongroep zo mooi zou gaan vinden, had Errie, verhuizer van beroep, niet kunnen denken. Als hij zijn verhuiswagen inwisselt voor een baan bij Adullam, trekt het hem meer om met de deelnemers aan het werk te gaan. Pas later, als hij doorstroomt naar een woongroep, gaat hij zijn hart ophalen. “Hier zijn de bewoners thuis en proberen we het voor hen ook echt als thuis te laten voelen. Op hun werk, daar zijn ze op hun werk, daar wordt alles gefaciliteerd. De woongroep is hun thuis, daar zijn ze zichzelf. Dan komen de meeste spanningen eruit. Dan kan ik voor mijn idee nog meer betekenen voor hen,” legt hij uit.
Hoe Errie tot die ontdekking kwam? Errie: “Ik heb ervaren, toen ik zorgde voor een zieke vriend met een beperking, dat ik graag dienstbaar ben aan anderen die het zelf niet redden. Ik merkte dat dat me ligt en dat ik meer bezig wilde zijn met zorg en begeleiding. Maar ja, eer je dan de stap zet, hè.” “Ik had en heb een goed lopend verhuisbedrijf, een prima ‘kooi’ als ik het zo mag noemen. Ik hoefde niet per se iets anders, ik verhuis nog steeds graag. Toen ik 50 werd dacht ik: ‘Ho eens Errie, als je het nu niet doet ben je straks te oud’. Dus toen heb ik gesolliciteerd bij Adullam en werd ik aangenomen. Ik ben blij dat ik het gedaan heb.”
Errie: “Het is dankbaar werk om mensen te begeleiden voor wie een alledaags leven lastig is. Soms is het al voldoende om er gewoon te zijn. Binnen Adullam proberen we op allerlei manieren om een normaal leven mogelijk te maken voor iedereen. Lukt het niet linksom, dan proberen we het rechtsom.” “Er zijn hier altijd mogelijkheden om zinvol actief te zijn. Dat geeft hen voldoening. De zeep die ze maken op het Atelier, ging mee met het hulptransport naar Oekraïne. Onze cliënten hebben zelf de truck helpen laden. Zelfs voor hun verre naaste kunnen zij van betekenis zijn. Dat weten ze. En soms herinner ik hen er aan. Pas zei ik nog tegen een vrouw, dat de kaarsen die zij maakte, verkocht werden. Zij draagt bij aan de maatschappij. Haar blik lichtte er zo van op.”
Errie: “Ik draag ontzettend graag mijn steentje bij aan identiteitsgebonden zorg. Ik vind het bijzonder om te zien dat deze cliënten kunnen opleven van de dingen die ze in hun jonge jaren thuis hebben meegekregen. Zoals het zingen van psalmen, ze kennen ze vaak allemaal. Het zou toch verschrikkelijk zijn als de zorg op deze grondslag zou verdwijnen.”
“Iemand van mijn opleiding vroeg me: ‘Jij wilt zeker wel teamleider worden’. Ik antwoordde: ‘Nee, want dan had ik wel zelfstandig ondernemer kunnen blijven. Ik wil gewoon begeleider zijn en niets meer. Dat maakt mij gelukkig. Dat is een bewuste keus van me en dat ligt me denk ik het beste. Ik maak zulke mooie dingen mee.” “Een tijdje terug waren we op vakantie geweest met de bewoners. Toen we aan het eind van de week het vakantiehuisje uit gingen, riep mijn collega me bij een bewoner boven. Hij wilde niet naar beneden. Ik had hem vanuit de keuken wel horen toeteren en tekeer gaan, maar omdat mijn collega boven was liet ik het zo. Dus ik leg mijn theedoek neer en ik loop ernaartoe. Ik zeg tegen de man: “Gaat het goed met je?” Zijn koffer ligt op het bed. Volgestouwd. Alleen zijn slippers. Die moeten er nog bij. Maar hij heeft ze nog aan. Ik zeg: ‘Weet je wat, we doen het samen. Jij een slipper. Ik een slipper’. Zo gezegd, zo gedaan. Binnen een mum van tijd was de koffer dicht en konden we vertrekken. De kortsluiting was voorbij. Je moet het soms een beetje aanvoelen, hè.” “Van te voren had ik niet gedacht dat de zorg voor mensen met een beperking zo intensief zou zijn. Ik had het ‘schattige Downtjes-beeld’. Maar ja, zo schattig gaat het er hier niet altijd aan toe. Als je met elkaar leuk een uitje wilt, en eentje z’n pet staat verkeerd, dan gaat het niet lukken. Of ik dat lastig vind? Neuh, dat vind ik prima. Ik heb liever zulke momenten dan een rustige weekenddienst waar niks gebeurt. Daar word ik moe van.”
Errie is nu halverwege zijn opleiding. Zijn verhuisbedrijf wordt voortgezet door zijn vrouw en drie van zijn zes zoons. Errie: “Ik zou tegen iedereen met hart voor zorg en begeleiding willen zeggen: ‘Stap over je drempels en ga in deze zorg werken. De opleiding valt me mee. Het is pittig, maar als je je aan de planning houdt, dan is het goed te doen.” “Je doet het niet alleen. Mijn werkbegeleider heeft alle tijd en ruimte voor me en staat me overal in bij. Bij Adullam zijn er mogelijkheden voor cursussen en opleidingen. Geef het een kans! Het zou zo jammer zijn als identiteitsgebonden zorg zou verdwijnen. En zij-instromers kunnen veel stabiliteit in een team brengen. Dat is de achterliggende jaren gebleken. Zij staan vaak met beide benen op de grond en hebben een unieke inbreng.”